top of page
  • Foto van schrijverJan De Mets

“Elke vorm van contact en ondersteuning is een streepje winst”

Bijgewerkt op: 16 jul. 2020

Een getuigenis van Katelijne Béatse, vzw Kompanjon

Opgetekend door Jan De Mets


“Net zoals vóór corona

ijveren we voor #gelijkekansen voor alle kinderen en jongeren in het onderwijs. Meer dan ervoor moeten we nu de onderwijspositie van kinderen in kansarme gezinnen versterken door hen te ondersteunen, met schoolwerk en met aandacht voor hun #welbevinden. We worden daarin ondersteund door studenten van de lerarenopleiding, sociaal werk, psychologie, orthopedagogie, logopedisten ... Onze werking ziet er momenteel heel anders uit. De coaches die altijd present zijn en die we zo hoog in het vaandel dragen, moeten nu ook vanop afstand werken.


In de eerste weken na de lockdown hebben we vooral ingezet op de beschikbaarheid van laptops en internetaansluitingen. Want 40 procent van de 70-tal gezinnen waar we mee werken hadden dat niet. En er is een wonder gebeurd: van overal kwamen er computers, via Digipolis en het Onderwijscentrum, maar ook giften van privé-firma’s. Dus wat zó lang niet mogelijk bleek, kon nu plots wel! Op dit moment heeft 5% van de gezinnen nog geen laptop. In deze gezinnen botsen we tegen de overtuiging of angsten van de ouders. Bijvoorbeeld omdat ze bang zijn voor schade wanneer ze die toestellen moeten teruggeven, of anderen hadden schrik dat er teveel ruzie zou van komen wie op de computer mag ...



Digitale opstap


We hebben, met de hulp van de studenten, zoveel mogelijk ouders proberen begeleiden met videofilmpjes: ‘WhatsApp werkt zo’, ‘je moet op die knop duwen’, zo log je in’ ... Sommige scholen voorzien bundels op papier. Papier blijft dus wel de fysieke houvast. Via die bundels proberen we dan de connectie te maken met wat er online gebeurt. Kinderen willen vooral op die laptops spelen, en dat is begrijpelijk. Onze studenten proberen het materiaal van de scholen op te vragen en dan de kinderen wegwijs te maken wat er precies moet gebeuren. Wat een brug te ver bleek, is van ouders verwachten dat ze hun kinderen effectief gaan ondersteunen bij het schoolwerk. Kinderen in deze gezinnen worden nog meer dan anderen uitgedaagd om zelfstandig en gedisciplineerd te werken. Wat scholen momenteel van moeite doen om iedereen aan boord te houden – bellen, stoepbezoeken ... – is wel indrukwekkend.


Werken aan die #digitaleongelijkheid moet ook een aandachtspunt blijven na de coronatijden. Want al zijn de kinderen er wel vlotter mee weg, ouders hebben vaak die skills niet. Scholen werken nu volop digitaal, met platformen allerhande. In de toekomst moet er extra ingezet worden op het informeren en aanleren van digitale vaardigheden van alle ouders.



Contacten blijven onderhouden


In de tweede fase hebben we aan onze studenten – die we zelf ook niet meer zien – gevraagd om toch tweemaal per week contact te houden met de gezinnen en te vragen naar het schoolwerk en de beleving van de lockdown. Sommigen lezen een verhaaltje voor aan de telefoon. Dus ’leren’ bekijken we wat ruimer. Het gaat ook om tijdsinvulling, structuur in een dag brengen, een leuke tijd samen hebben. Soms lukt dat, soms niet. Sommige gezinnen zien deze manier van contact niet echt zitten.


En wij proberen de studenten te ondersteunen. Ze blijven ons ook op de hoogte houden over hun contacten met het gezin. We leggen de lat niet meer te hoog want ze worden nu overspoeld met vervangopdrachten. Elke vorm van contact en ondersteuning is een streepje winst. Ik merk heel diverse reacties: sommige studenten zijn ontgoocheld en gefrustreerd, anderen zien dat ze een beetje verschil kunnen maken. Dus je merkt wel wie er met doorzetting en fantasie mee om kan gaan.



Moeilijk bereikbare gezinnen


Er blijven gezinnen die we heel moeilijk kunnen bereiken. Ikzelf ben eens op een zonnige zondagmiddag gaan fietsen langs de appartementsblokken in Nieuw-Gent, en ik was verbouwereerd over hoe rustig het daar was. Sommige gezinnen sluiten alles af, laten hun kinderen het appartement niet uit. Dat maakt me wel bezorgd, hoe moeten die kinderen daar door komen? Een derde van onze gezinnen zijn ook alleenstaande ouders, wat een zeer kwetsbare groep is. Soms proberen we toch aan de deur te komen. Zo zijn we tijdens de Paasvakantie boeken gaan rondbrengen. Zo heb je toch even een gesprek aan de deur of op de stoep. Ikzelf heb daar deugd van, haal daar energie uit om zo eventjes te babbelen en de mensen te zien. Zo capteer je toch wat signalen.


Een derde van mijn tijd ben ik met ouders aan het bellen. Na elke Veiligheidsraad proberen we de nieuwe informatie te duiden: wat kan, wat kan niet ... We moeten veel mensen geruststellen. Zo hebben velen ‘van horen zeggen’ dat ze hun kind niet meer naar de kinderopvang mogen brengen. Die desinformatie wegwerken is een belangrijke job. Ik ben nu meer met basis-sociaal werk bezig: wat met tijdelijke werkloosheid, wie kan een premie krijgen, ... Vele mensen weten niet waar ze met hun vragen terechtkunnen. Ook hier spelen de digitale vaardigheden een rol. De reflex om een website te raadplegen over openingsuren, online afspraken maken, enzoverder ontbreken en dan wachten mensen soms gewoon af. Van één moeder wist ik dat ze zonder inkomen zat, haar man zit vast in Ghana. Ze heeft twee jonge kinderen en ze redden zich met wat er in de diepvries zit. Als je dan een telefoontje naar het OCMW kan doen, dan komt er schot in de zaak. Zonder al te veel administratief gedoe worden zaken in orde gebracht. Dus de samenwerking met diensten lukt wel, ieder doet nu zijn best om de noden te lenigen.



Zomer


Als de zomer begint, moeten we de gezinnen verder blijven opvolgen. Het is dan zaak om met alle sociale diensten ervoor te zorgen dat de zorg overeind blijft. De school zorgt voor routine, structuur en inhoud. Ook al is het via afstandsleren, er blijft een soort van ‘programma’. Als dat weg valt ... Er moeten alternatieven komen voor de kinderen omdat ze recht hebben op een kindertijd ook als er corona is. En ook de ouders hebben nood aan ademruimte. Het idee van #zomerscholen lijkt me een prima idee. En er zijn heel wat studenten die onvoldoende stage-ervaringen hebben kunnen opdoen. Als we die twee noden kunnen koppelen, dan zijn we een hele stap verder.”

KOMPANJON vzw, Nieuwebosstraat 3 - 9000 Gent, tel 0494 98 62 51, www.kompanjon.be, info@kompanjon.be


 

JAN DE METS


Medewerker bij Steunpunt Diversiteit en Leren (UGent)


Jan werkt in diverse Europese projecten, o.a. rond warme transities (van voorschools naar kleuter), videocoaching als tool om te professionaliseren, praktijken met anderstalige nieuwkomers, enz. Voor Onderwijscentrum Gent coördineert hij de trajecten met secundaire scholen inzake vroegtijdige schoolverlaters (samen met CEGO en Schoolmakers). Hij schrijft menige publicaties en artikels bijeen rond diverse onderwijsgerelateerde thema’s (brugfigurenwerking, transities ...). Partnerschap met ouders ligt de laatste jaren bovenaan zijn schuif. Hij is voor dit thema een veelgevraagd spreker en begeleider.


0 opmerkingen
bottom of page