top of page
  • Foto van schrijverJan De Mets

“Niets kan echte gesprekken vervangen”

Bijgewerkt op: 16 jul. 2020

Getuigenis van Charlotte Fiers, maatschappelijk werker bij Routeplanner, Gent

Opgetekend door Jan De Mets


“Zoals bij elk kwetsbaar gezin

was het ook de voorbije maanden een zoektocht naar hoe we best in contact konden blijven met de gezinnen die we begeleiden, zeker de eerste weken waarbij contact enkel telefonisch of via video chat mogelijk was. Dat was een voortdurende zoektocht, en deels is dat nog steeds zo. Er zijn nog steeds gezinnen met veel angst en onzekerheid, die hun kinderen niet of zeer moeizaam naar school willen sturen. Dat hun informatie over de coronamaatregelen via sociale media tot hen komt, draagt niet altijd bij tot meer duidelijkheid.


We hebben alle mogelijke kanalen ingezet om de gezinnen blijvend te contacteren en te vragen hoe het gaat, wat we kunnen doen, hoe het verliep met de huiswerkbundels … In de eerste fase zetten we onze schouders onder initiatieven om hen materiaal ter beschikking te stellen zoals laptop, internet, spelpakketten. Maar de randvoorwaarden waren niet altijd aanwezig: gebrek aan digitale vaardigheden, een thuiscultuur die door de crisis onder druk kwam … Er ontstonden in gezinnen spanningen, we hoorden van partnergeweld, van kinderen die weken niet uit hun appartement zijn gekomen. Sommige kinderen hebben maanden niks voor school gedaan, bleven lang in bed … Zelfs wie aangaf dat ‘alles wel lukt’, bleek soms de moeilijkheden eerder te verbergen. Heel frustrerend om op dat moment enkel van op afstand aan de slag te kunnen, maar we bleven proberen.


In sommige gezinnen boden we de ouders aan om de kinderen naar de noodopvang te brengen. We wilden die kinderen toch liever naar school zien gaan om zo de spanningen wat te verlichten en om hen toch enkele zaken te kunnen aanbieden. We deden, bij een aantal gezinnen, samen met de leerkracht ook stoepbezoeken om hen aan te moedigen hun schooltaken te maken of naar school te komen.



Ondersteunen van (schoolmoeë) kinderen en jongeren


We hadden voor de crisis al goede samenwerkingsverbanden met andere organisaties, zoals de buurtstewards, thuisbegeleidingsdiensten, vzw de Tinten en vzw Jong. Het was heel fijn om samen met hen tijdens de crisis de zorg voor bepaalde gezinnen te blijven opnemen. Een aantal organisaties bleven ook in het begin van de crisis op pad gaan waardoor voedselpakketten en speelgoed konden rondgebracht worden.


Al moet ik ook wel nuanceren. Gezinnen gaan ook heel verschillend met de situatie om. Sommigen leven de maatregelen helemaal niet na, anderen heel strikt en zijn amper buitengekomen. We merken ook dat er leerlingen zijn, potentieel vroegtijdige schoolverlaters, die blij waren niet naar school te moeten gaan én die de gevraagde taken tot een goed einde brachten. Dat geeft aan dat een klein groepje leerlingen wel de zin van leren en schooltaken blijft inzien, maar echt wel ‘school’-moe is. Die ‘op tijd komen’ niet meer zien zitten maar wel bereid zijn op hun eigen tempo aan de opdrachten te werken, op het moment dat het voor hen haalbaar is. En je hebt uiteraard ook leerlingen die nu helemaal afgehaakt zijn.



Flexibel en alert


We vragen de scholen nu om vooral te blijven inzetten op die leerlingen die niet of moeilijk bereikt worden en om alert en flexibel te zijn bij de evaluaties. We hopen dat ze niet afgaan op wat de leerlingen de voorbije maanden al dan niet hebben gedaan, dat ze rekening houden met de omstandigheden. We hebben gezien dat sommige scholen ongelooflijke initiatieven namen voor hun leerlingen, die een hele switch hebben gemaakt in het contact onderhouden. Al weten we ook van scholen die die voeling minder hebben. Ik ken een geval van een moeder met depressie die de moed had verzameld aan de school te vragen of haar kind in de noodopvang mocht. De school heeft dat geweigerd met als argument dat de noodopvang enkel voorzien zou zijn voor mensen die in de zorgsector werken. Dus er is nog werk aan de winkel.



Begeleiding vraagt om écht contact


Het moeilijkste vind ik de afstand met de kinderen en jongeren die je begeleidt. Het is heel frustrerend te merken dat een situatie uit de hand loopt en dat je er niet naar toe kan. Je kunt niet begeleiden zoals je wilt begeleiden. En ik vrees toch voor de aangerichte schade bij kwetsbare gezinnen. Scholen gaan hier extra aandacht moeten aan besteden. De crisis heeft voor ons nog maar eens bewezen hoe belangrijk échte gesprekken zijn, fysieke contacten, unieke gebaren … Individuele ondersteuning blijft meer dan ooit belangrijk om die gezinnen te begeleiden. Een computer en een telefoon kunnen dat niet vervangen.”

Routeplanner is een netoverstijgend project van de 3 Gentse CLB’s en is gericht naar de meest kwetsbare gezinnen. Meerdere scholen in het Gentse erkennen dat een kwetsbare groep leerlingen nood heeft aan een ‘rode-draad’-figuur, een persoon die leerlingen begeleidt om een leertraject op maat aan te bieden, om zo schooluitval te vermijden. Routeplanner bouwt een netwerk op tussen de verschillende scholen, ouders, leerlingen en andere betrokkenen en behoudt de continuïteit in de begeleiding van de leerling. Routeplanner zet sterk in op het toekomstperspectief van de leerling en biedt een traject op maat aan voor de leerling.




 

JAN DE METS


Medewerker bij Steunpunt Diversiteit en Leren (UGent)


Jan werkt in diverse Europese projecten, o.a. rond warme transities (van voorschools naar kleuter), videocoaching als tool om te professionaliseren, praktijken met anderstalige nieuwkomers, enz. Voor Onderwijscentrum Gent coördineert hij de trajecten met secundaire scholen inzake vroegtijdige schoolverlaters (samen met CEGO en Schoolmakers). Hij schrijft menige publicaties en artikels bijeen rond diverse onderwijsgerelateerde thema’s (brugfigurenwerking, transities ...). Partnerschap met ouders ligt de laatste jaren bovenaan zijn schuif. Hij is voor dit thema een veelgevraagd spreker en begeleider.

0 opmerkingen

Comments


bottom of page