top of page
  • marieseghers

Meer keuze – een goede keuze?



Tineke Cartreul, werkt bij Onderwijscentrum Gent rond vroegtijdig schoolverlaten. Ze wil Gentse scholen enthousiasmeren om leerlingen meer eigenaarschap te geven.


Intro

Mijn tienerzonen worden thuis regelmatig betrokken bij kleine en grote beslissingen. We plannen bijvoorbeeld samen de zomervakantie en ze kiezen zelf hun broodbeleg, op voorwaarde dat de verhouding zoet-hartig 1 op 2 is. Want dat zijn de krijtlijnen die ik als ouder bepaal.


Al doende leren tieners hoe ze omgaan met inspraak en vrijheden. Het liefst stap voor stap. Net als bij leren fietsen, eierdooiers scheiden, een planning maken,… vraagt dit oefenen, oefenen, oefenen. En fouten maken, dat hoort er ook bij.


De school is ook een belangrijke plek waar het leren omgaan met inspraak thuishoort. Enerzijds omdat het nu eenmaal een taak is van de scholen, anderzijds omdat inspraak tieners motiveert om met (meer) goesting naar school te blijven komen. 


Een taak van scholen?

Vlaamse secundaire scholen zijn verplicht volgens het participatiedecreet om leerlingen inspraak te geven in het schoolbeleid. Denk hierbij aan de leerlingenraad en vertegenwoordiging in de schoolraad. In het basisonderwijs moet een leerlingenraad worden opgericht indien meer dan 10% van de 11-13-jarigen hier om vraagt. 


Daarnaast hebben scholen heel wat eindtermen of sleutelcompetenties waarin inspraak en participatie aan bod komen. Onder de sleutelcompetentie ‘burgerschap’ zitten het aanleren van oa volgende vaardigheden: in dialoog gaan, opkomen voor eigen opvattingen en belangen, goed kunnen argumenteren, actief participeren aan de samenleving, inzicht in democratische principes,... 


Het motiveert

Als we het hebben over ‘inspraak op school’, duikt heel snel de term leerlingenparticipatie op. Helaas wordt die term vaak verengd tot inspraak van leerlingen via formele participatiekanalen, zoals de leerlingenraad of de schoolraad. En hoewel dit belangrijke kanalen zijn voor het schoolbeleid, zijn het participatievormen waar niet alle tieners warm voor lopen. Leerlingenraden worden doorgaans bevolkt door een select groepje geëngageerde leerlingen die zich zo verder weten te bekwamen in participatieve besluitvorming. Maar wat met alle andere leerlingen? Krijgen zij voldoende oefenkansen om inspraak te beoefenen? En hoe noemen we dan inspraak die op een informele of semi-formele manier gegeven wordt? 


In Europese beleidsadviezen hanteert men niet ‘leerlingenparticipatie’, maar de term ‘eigenaarschap’:  ‘Leerlingen moeten eigenaarschap over hun leren voelen en de mogelijkheid krijgen hun mening te laten horen. Deel uitmaken van het leven en de activiteiten op school vergroot de motivatie en het gevoel van aansluiting. Er moet voldoende tijd zijn voor dialoog in de klas, via leerlingenraden of overleg, zodat leerlingen kwesties in verband met hun eigen leerervaring bespreekbaar kunnen maken.’


In bovenstaand advies wordt duidelijk de link gelegd tussen eigenaarschap en motivatie en het gevoel van aansluiting op school. We weten dat leerlingen die zich niet, of in geringe mate, verbonden voelen met de school, een hoger risico lopen op schooluitval of spijbelgedrag’. Als eigenaarschap op school de schoolbinding van tieners verhoogt, moeten we hier dan niet met z’n allen nog meer en vaker op inzetten?


Het kan elke dag, in elke les.

Inspraak geven is volgens mij nog een beetje onontgonnen terrein omdat scholen wel wat drempels ervaren of na enkele minder geslaagde pogingen de handdoek in de ring gooien. Structuur en betrokkenheid zijn de twee toverwoorden voor een geslaagde aanpak. Leerlingen zelf geven aan dat het belangrijk is dat er iets gebeurt met de inspraak (geen schijnparticipatie), dat het vooral over onderwerpen gaat waar ze warm van worden en dat de leerkracht het goed aanpakt (geen chaos). 


2 Gentse leerkrachten getuigden in een podcastaflevering die ik met hen opnam hoe zij elke dag het eigenaarschap van hun leerlingen verhogen. Zo is er onderhandelingsmarge over de datum van een toets, over de volgorde van thema’s, over de manier waarop een taak moet ingediend worden... Inspraakmogelijkheden waardoor duidelijk wordt dat leerlingen geen passieve consumenten zijn, maar binnen bepaalde krijtlijnen mee aan zet zijn in het schoolgebeuren.

“Het kan elke dag, in elke les.”


In het klasproject ‘Iedereen gekwalificeerd – The Challenge’ waar ik zelf aan meewerk, betrekken we leerlingen actief van bij het begin van het schooljaar: ze maken klasregels op die bepalen hoe zij het komende schooljaar samen les willen volgen, ze brainstormen over mogelijke acties en een afvaardiging van leerlingen sluit aan op het kernteamoverleg met leerkrachten en directie om mee te stemmen over de acties. En hoewel we dit traject lopen met uitdagende klasgroepen, blijkt het etrekken van leerlingen telkens een positieve ervaring te zijn waar ook de schoolteams aangenaam verrast over zijn. 

Gentse secundaire scholen kunnen zich hier ook in laten ondersteunen via het inspiratietraject ‘Samen Maakt School’. De ervaren begeleiders gaan hierin 3 jaar op maat van de school aan de slag rond verbindend schoolklimaat. Eigenaarschap kan hierin een rode draad zijn. 


Waarom dit artikel?

Onderwijscentrum Gent hanteert de ABC-bril als kader tegen vroegtijdig schoolverlaten: Autonomie, VerBondenheid en Competentie als de 3 noodzakelijke elementen voor welbevinden op school. Scholen hebben al vele mooie stappen gezet hierin, vooral rond het thema verBondenheid. Daar gingen we in een vorige blogpost al op in.

In dit artikel ligt de focus op Autonomie (inspraak, eigenaarschap). 


0 opmerkingen
bottom of page