top of page
  • Foto van schrijverSteven Delarue

Zorgnetwerkjes voor niet-begeleide minderjarigen: verslag van een inspiratiedag

Eind 2022 sloten we het traject rond niet-begeleide minderjarigen in de Innovatiehub af. Om onze kennis door te geven en zo veel mogelijk mensen te inspireren, organiseerden we een laatste inspiratiedag op 13 december. Prof. Ilse Derluyn (UGent) kwam er spreken over de complexe psychologie bij deze jongeren. Iris Vandevelde (Hub Ontwikkelen in Diversiteit) presenteerde het traject in vogelvlucht en het draaiboek voor zorgnetwerkjes. En we sloten af met 2 parallelle workshops: eentje over de samenwerking tussen onderwijs en welzijn, en eentje over het stappenplan voor zorgnetwerkjes.


Steven Delarue van het Onderwijscentrum Gent brengt een persoonlijk verslag uit:


Een vijftal kernwoorden. Daarin wil ik deze inspiratienamiddag – die voor mij alvast inspirerend was – graag samenvatten. Kernwoorden die ik frequent heb horen terugkomen bij verschillende sprekers en deelnemers, en die ik in een weloverwogen volgorde heb gezet: complexiteit, reflectie, lokaal, verbinding en experiment.


Eerste kernwoord: complexiteit


Een eerste rode draad was voor mij complexiteit. Zowel de noden bij niet-begeleide minderjarigen als de antwoorden die erop geboden kunnen worden, zijn bijzonder complex. Het is eerst en vooral complex voor de jongeren zelf, die zowel het hier en nu als het ginder en toen in zich dragen, en dus continu zowel achteruit- als vooruitkijken. Ook de gevoelens die ze hebben, zijn onvermijdelijk complex: van rouw en verlies tot angst en stress. Van een zoektocht naar een betere toekomst tot een soms moeilijk om te buigen wantrouwen dat ingegeven is door alles wat op hun eerdere tocht is gebeurd.


Dat maakt ook de zorg die we hen kunnen bieden zeer complex, en het werk dat we als hulpverleners (in de brede zin van het woord) proberen te doen. Dat geldt eveneens voor het aanbod en de ondersteuning waarop jongeren een beroep (hopen te) doen: tips en adviezen in allerlei richtingen, veel en soms hoge drempels, aanbod waar deze jongeren nét niet voor in aanmerking komen (“niet onze doelgroep”, “we werken enkel met meerderjarigen”, “daar kunnen we niet mee aan de slag”). Complexiteit ook in het schoolsysteem, in de schoolloopbanen van de jongeren, in de doorstroom van informatie tussen organisaties rond de jongere. Moeilijk dus.


Tweede kernwoord: reflectie


Een tweede kernwoord was reflectie. In haar openingsbijdrage had Ilse Derluyn (UGent) het over in de spiegel kijken – naar zichzelf, maar ook in de achteruitkijkspiegel, naar alles wat al gebeurd is, naar alles wat deze jongeren hebben achtergelaten. Die reflectie is vaak moeilijk, zeker voor niet-begeleide minderjarigen, maar tegelijkertijd leren ze er veel uit. Hen daarbij ondersteunen is en blijft dus bijzonder belangrijk.


Voor ons als hulpverleners is reflectie eveneens een noodzaak: werken met niet-begeleide minderjarigen zorgt soms voor gevoelens van machteloosheid en frustratie, geeft het gevoel (mee) in de marge te staan, en hun verhalen raken je echt als mens. Dat een plek (kunnen) geven en inzetten op zelfzorg is cruciaal om het werk dat je doet te kunnen blijven doen, of je nu in onderwijs, welzijn of een andere sector aan de slag bent. Gelukkig zijn er evengoed gevoelens van hoop en geloof in de jongere, en laat die vooral primeren.


Derde kernwoord: lokaal


Ook belangrijk en nadrukkelijk aanwezig op deze namiddag: lokaal. Niet alleen omdat de broodjes en de soep van Lokaal kwamen – een aanrader trouwens – maar vooral omdat samenwerking tussen lokale partners zo cruciaal is. Organisaties en scholen die in dezelfde Gentse context werken, elkaar goed (leren) kennen en bruggen slaan met en rond de jongere, krijgen veel voor elkaar. Dat lokale verhaal is een echte succesfactor.


Vierde kernwoord: verbinding


Daarmee zitten we meteen ook bij een vierde rode draad: verbinding – en van daaruit ook samenwerking. Die verbinding creëren is bij niet-begeleide minderjarigen vaak moeilijk: ze zijn alleen en ervaren gevoelens van verlies, maar zijn tegelijk op zoek naar connecties, naar continuïteit, naar een netwerk. Daar liggen kansen om tot hen te komen, maar ook om als school en als organisatie tot bij elkaar te komen: als deze namiddag ons iets heeft geleerd, is het wel dat er veel kansen zijn tot samenwerking. Tussen partners rond de jongeren en de school, tussen OKAN- en vervolgscholen, tussen scholen en welzijnsorganisatie, met de VDAB, met het CLB, met partners in de buurt, noem maar op. Die bruggen slaan, elk van uit een eigen blik en perspectief, is zo waardevol en belangrijk. Die verbinding kan trouwens tegelijk voor afbakening (belangrijk!) zorgen: als je weet en voelt dat bepaalde zaken door andere organisaties kunnen worden opgenomen, kun je die loslaten.


Laatste kernwoord: experiment


Tot slot is een laatste rode draad voor mij experiment. Samen uitzoeken en uitproberen, kijken wat werkt en niet werkt. Van TienerZin tot de zorgnetwerkjes: werken met jongeren is een permanente zoektocht, en al zeker als het om nieuwkomers gaat. Uit de zorgnetwerkjes die bij wijze van experiment zijn opgestart, hebben we in dit traject bijzonder veel geleerd. En we gaan er alles aan doen om die experimenten voort te zetten – in het belang van de jongeren die er zoveel nood aan hebben. Dus ga nu vooral samen aan de slag, en weet ons te vinden als we daarbij iets kunnen betekenen!


 

Meer lezen van Steven Delarue? Zijn eigen blog staat vol interessante weetjes en ideeën!


0 opmerkingen
bottom of page