Door de coronacrisis wordt het onderwijs geconfronteerd met een enorme uitdaging: hoe dichten we de enorme prestatiekloof tussen leerlingen met en zonder migratieachtergrond, en tussen leerlingen uit lagere en hogere sociale klassen? Die kloof is er altijd al geweest, en de lockdown heeft die enkel vergroot. De structurele ongelijkheid tussen leerlingen wordt plots pijnlijk duidelijk.
Vanuit School zonder Racisme bekijken we deze ongelijkheid vooral vanuit een diversiteitsbril. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat een #schoolcultuur die #diversiteit omarmt en erkent het schoolse #welbevinden van álle leerlingen vergroot, wat leidt tot betere schoolresultaten. Onze hoop is dat scholen zich door deze crisis ten volle bewust zijn geworden van de noodzaak om alle leerlingen te betrekken, en dat werken aan een interculturele schoolcultuur daarbij onontbeerlijk is.
Ook in de #zomerscholen kan daar al aan gewerkt worden. In wat volgt willen we enkele concrete tips aanreiken over hoe dit te doen. Voor we dat kunnen doen, moeten we eerst wat dieper ingaan op bovengenoemd onderzoek.
Een assimilerende, kleurenblinde of interculturele visie?
Elke school heeft een unieke schoolcultuur, een geheel aan expliciete en impliciete afspraken en regels, een didactische visie, communicatiestijlen, en nog zoveel meer. Onderdeel van die schoolcultuur is de manier waarop met etnische, talige, en religieuze diversiteit wordt omgegaan op school.
Uit internationaal onderzoek in de culturele psychologie – dat recent herhaald werd in 66 Vlaamse secundaire scholen – blijkt dat er drie visies bestaan op diversiteit: de assimilatievisie, kleurenblinde en interculturele visie.[1] Uiteraard is een school een dynamisch gegeven, waarbij de visie soms wordt aangepast aan de specifieke context. Iedere school vertoont dus een unieke mix van deze drie visies. Toch blijkt dat de kleurenblinde bril het vaakst voorkomt in Vlaamse secundaire scholen.
De assimilatievisie vertrekt vanuit de Vlaamse cultuur als norm. De verwachting heerst dat leerlingen ‘assimileren’ en zich dus aanpassen aan en opgaan in de cultuur van de Vlaamse middenklasse. We leven immers in Vlaanderen en we bereiden de leerlingen voor op een leven in Vlaanderen. Deze visie zorgt ogenschijnlijk voor eendracht, maar botst al snel op een aantal contradicties. We vragen in feite aan leerlingen om hun Turkse, Russische, of andere socio-culturele afkomst te verbergen. Daarbij ontkennen we een belangrijk deel van hun identiteit en leefwereld. Omdat die leerlingen zich ondergewaardeerd voelen, besluiten ze soms dat school niets voor hen is.
Volgens de kleurenblinde visie doet niemands socio-culturele achtergrond ertoe: iedereen is uniek, en daarom gelijk. Deze visie is sterk gebaseerd op waarden als vrijheid en gelijkheid, en voor velen voelt ze dan ook intuïtief juist aan. In de praktijk ontstaat er evenwel een groot contrast tussen de schoolse en de maatschappelijke realiteit. Buiten de schoolmuren krijgen leerlingen namelijk dagelijks te maken met vooroordelen en discriminatie op basis van hun socio-culturele afkomst. Die realiteit wordt in een kleurenblindevisie volledig genegeerd. Het ontbreekt deze visie de taal om vooroordelen, racisme, en discriminatie te benoemen. Daardoor krijgen onbewuste vooroordelen makkelijker vrij spel en kunnen leerlingen hun ervaringen met racisme moeilijk uiten.
Daarenboven krijgen deze leerlingen steeds te horen dat alle leerlingen gelijke kansen krijgen op school en lijkt hun falen enkel en alleen te wijten aan hun persoonlijke tekortkomingen. Leerlingen die niet in het impliciete ideaalbeeld van de witte middenklasser passen, internaliseren zo het idee dat school niets voor hen is.
In een interculturele visie worden de verschillende socio-culturele achtergronden en identiteiten van alle leerlingen erkend én omarmd. Die diversiteit zien als een meerwaarde en als hulpbron bij het leren, heeft een positieve impact op het schoolse welbevinden. Als je leerlingen bijvoorbeeld een Arabisch-Nederlands woordenboek laat gebruiken, aanknopingspunten tracht te vinden met hun leefwereld, interesse toont in hun cultuur, en dit zowel in de inhoud van de les als in de methode van het lesgeven integreert, dan krijgen deze leerlingen het gevoel dat ze wél thuishoren op school. Er ontstaat een interculturele dialoog, waardoor er gewerkt kan worden aan wederzijds begrip. Vooroordelen en discriminatie komen misschien nog steeds voor, maar kunnen worden benoemd, bewust gemaakt, en samen aan gewerkt. Ook leerlingen van de witte middenklasse hebben hier baat bij: ze leren hun eigen positie in de wereld beter kennen, staan positiever ten opzichte van intercultureel contact, en voelen zich zelf ook beter in hun vel. Zij blijven even goed presteren, terwijl leerlingen met een migratieachtergrond de prestatiekloof van onderuit dichten.
Een interculturele schoolcultuur heeft kortom een positief effect op de leerprestaties van álle leerlingen, doordat ze zich veel meer thuis voelen op school, zichzelf kunnen zijn, en zo voluit kunnen ontplooien.
Interculturele zomerscholen
Het is duidelijk dat de interculturele visie loont. Maar hoe ziet zo’n interculturele schoolcultuur eruit? En hoe kunnen we deze inzichten deze zomer al toepassen, in een zomerschool zoals Karin Goosen ze hier mooi omschrijft? We identificeerden vijf belangrijke domeinen (#taal, samen leren, samen leven, identiteit, en #participatie) en geven bij elk domein enkele concrete tips.
1. Taal
De aanwezigheid van verschillende talen in de klas en op de speelplaats is vandaag de dag eerder regel dan uitzondering. Maar op welke manier kunnen we de aanwezige taaldiversiteit optimaal benutten en inzetten in het leren en leven van jongeren op school? Hoe gaan we in gesprek met ouders die een andere taal spreken? En welke ondersteunende werkvormen maken het verschil in de klas? In Vlaamse scholen wordt nog te vaak een strikt taalbeleid toegepast met het #Nederlands als enige toegelaten taal. Bij een interculturele visie gaan we de thuistalen van jongeren omarmen, waarvoor je reeds tips kon lezen in de blogpost van Fauve De Backer. Dit gebeurt zowel in de klas als op de speelplaats. Ze vormen een belangrijk deel van hun identiteit, en kunnen een meerwaarde vormen bij het leren. De basisregel is: spreek een taal die alle gesprekspartners kunnen begrijpen, of dat nu Nederlands, Frans, Russisch, of Arabisch is. Een intercultureel taalbeleid is dus niet laks, maar wel inclusief.
Concreet voor de organisatie van de zomerscholen:
Tracht met de ouders te communiceren in zowel hun #thuistaal, als het Nederlands. Als we deze doelgroep willen bereiken met de zomerscholen, moeten we onze communicatie aanpassen.
Organiseer een activiteit over #meertaligheid. Laat leerlingen met een andere thuistaal die eens in de verf zetten. Ontwerp meertalige posters en versier daarmee de school: een verrassing voor de andere leerlingen op 1 september.
Moedig het gebruik van woordenboeken aan; sta overleg tussen leerlingen in de thuistaal toe zo lang je denkt dat ze het over het lesonderwerp hebben.
Laat leerlingen opdrachten voorbereiden of bronnen opzoeken in hun thuistaal.
Organiseer een poëzie/slam/lied-activiteit (eventueel optreden voor ouders) waarbij iedereen zijn/haar Corona-gerelateerde emoties uitdrukt in de eigen taal…
2. Samen leren
Op school komt de wereld in al zijn diversiteit samen. Maar op welke manier kunnen we deze diversiteit inzetten in het leerproces van jongeren en integreren binnen het lessenpakket? Hoe verruimen we hun blik en die van leerkrachten en brengen we de wereld in de klas? Welke psychologische mechanismen zoals stereotypering spelen op de achtergrond bij onze omgang met leerlingen? In scholen die voornamelijk vanuit de assimilatie- of kleurenblinde visie naar dit domein kijken wordt amper stilgestaan bij het feit dat de leerstof in feite geënt is op witte middenklasse-cultuur. Vanuit een interculturele visie leer je de leerlingen kritisch kijken naar de socio-culturele context van kennis. Daarnaast omvat de leerstof voorbeelden uit andere socio-culturele contexten, om zo op een kritische manier een breder en vollediger beeld te scheppen.
Concreet voor de organisatie van de zomerscholen:
Zet in op kritisch denken en wereldburgerschap. Een valkuil voor de zomerscholen is exclusieve aandacht voor de “belangrijke” vakken zoals wiskunde en wetenschappen.
Zelfs binnen vakken als wiskunde kan je de historische verwevenheid van onze kennis accentueren: neem bijvoorbeeld de Arabische oorsprong van onze cijfers en algebra.
Sluit aan bij de leefwereld van jongeren: Wat hebben zij geleerd tijdens de lockdown? Welke ervaringen en inzichten kunnen zij delen met de rest van de klas?
Laat jongeren zélf voorbeelden aandragen om de leerstof te illustreren.
Als je het hebt over geschiedenis, klimaat, economie, literatuur, bekijk die dan eens vanuit een andere invalshoek: wat zeggen bronnen/handboeken/wikipediapagina’s/kranten uit andere landen?
Hoe werd omgegaan met de Corona-crisis in andere landen? Bespreek bv. gelijkenissen en verschillen tussen de Belgische situatie en die in India, Congo, Griekse vluchtelingenkampen etc. Geef daarbij aandacht aan de structurele ongelijkheden die gepaard gaan met de impact van het virus (nee, een virus treft niet iedereen hetzelfde).
3. Samen leven
Een school is een plaats waar leerlingen en leerkrachten niet enkel samen leren, maar ook leren ‘samen leven’. In een school waar de assimilatievisie primeert wordt dit samenleven expliciet ingevuld met de Vlaamse cultuur en waarden. In een school met een overwegend kleurenblinde visie zal deze invulling eerder impliciet gebeuren met dezelfde Vlaamse normen en waarden. Samenleven op een interculturele school betekent dat we actief de dialoog opzetten en bevorderen. Zo proberen we hardnekkige vooroordelen te doorprikken. Kortom: we ontwikkelen samen met de leerlingen een taal over hoe we wensen samen te leven op een inclusieve manier.
Concreet voor de organisatie van de zomerscholen:
Nieuwe context, nieuwe afspraken: Maak op de eerste dag van de zomerschool tijd om met de leerlingen samen een zomerschoolreglement af te spreken waarbij iedere leerling iets mag opschrijven wat de omgeving voor hem/haar veilig zou maken om te durven spreken, zichzelf te kunnen zijn en goed te kunnen leren. Dit kan helpen om de zomerschool aantrekkelijker te maken, om leerlingen verantwoordelijkheid te geven voor elkaar, om respect te installeren, en zal het welbevinden zeker bevorderen. Hang het resultaat (bv grote poster) op een goed zichtbare plaats in je leslokaal. Wanneer er iets gebeurt of iemand iets zegt dat tegen de afspraken indruist, kun jij of je leerlingen er makkelijk aan refereren. Laat ze voor én na een groepsdiscussie even stilstaan bij hoe ze met elkaar praten en breng de afspraken in herinnering. Stel je kwetsbaar op als leerkracht en excuseer jezelf wanneer jij of je leerlingen opmerken dat je je (onbewust) niet aan de afspraken hebt gehouden. Zo installeer je wederzijds respect en vertrouwen. Misschien kan je dit zelfs meenemen naar volgend schooljaar?
Ga de interculturele dialoog aan: Hoe hebben islamitische leerlingen de ramadan tijdens de lockdown beleefd? En wat zijn/waren de vooroordelen van niet-Islamitische leerlingen daarover? Waarop waren deze gebaseerd? En hoe zijn deze wel/niet ontkracht?
Betrek de leerlingen in het opstellen van een diversiteitsplan voor de school. Laat hen zelf nadenken hoe ze zouden willen hebben dat ze met elkaar omgaan, dat leerkrachten met hen omgaan, welke plaats thuistaal en religie krijgen, etc.
4. Identiteit
Vanuit het kleurenblinde of het assimilatieperspectief is er op school geen plaats voor de meervoudigheid van de identiteit van leerlingen. Een specifieke leerling is nochtans zowel Vlaming, als Turk; zowel (klein)zoon van een gastarbeider, als een jonge stadsbewoner met dromen van een eigen zaak. En misschien heeft hij wel gevoelens voor andere jongens? Naast culturele en religieuze invloeden, spelen persoonlijke, fysieke en sociaal- economische factoren een belangrijke rol. Alle jongeren willen meetellen, willen erkend en gewaardeerd worden om wie ze zijn.
Concreet voor de organisatie van de zomerscholen:
Het werken met kleinere groepen kan een ideale gelegenheid zijn om echt kennis te maken met de thuissituatie van de leerlingen.
Doe bijvoorbeeld een creatieve oefening aan de start van de zomerschool waarbij leerlingen hun eigen complexe gelaagdheid aan identiteiten verkennen en dan (in kleine groepjes) delen met anderen. Inspiratie vind je bij de School zonder Racisme workshop Wie ben ik Wie ben jij?
Speel eens ‘over de streep’ of doe de ‘privilege walk’ om de identiteiten en privileges van leerlingen zichtbaar te maken. Doe dit niet rap-rap en op vrijwillige basis, maar met iedereen en zorg voor een sterk inleidend kader en een open dialoog achteraf. Er komen soms hevige emoties bij kijken.
Toon begrip voor en interesse in de cultuur of religie van de leerling, maar benader de leerling bovenal als een complex individu, en niet als louter vertegenwoordigers van een cultuur of religie. Als er iets gebeurd is in Turkije, kun je ruimte laten voor de Turks-Belgische jongen in de klas om daarover te spreken, maar verwacht niet dat hij per se een mening heeft (of die wil delen).
Kunnen er uitzonderingen gemaakt worden op het dragen van religieuze tekens zoals de hoofddoek?
Indien je geen hoofddoek kan of wil toelaten, kun je dan een klaslokaal reserveren voor het aan- en uitdoen van de hoofdoek? En mogen de moslimmeisjes dit lokaal dan zelf inrichten, met spiegels, kapstokken, posters, etc?
5. Participatie
Samenleven in diversiteit doen we samen met de leerlingen, hun ouders, de directie en het volledige schoolteam. Een belangrijk werkkader is een #diversiteitsbeleid, dat nauw verweven moet zijn met het taal- en zorgbeleid. Hoewel zo’n inclusief beleid opstellen waarbij alle actoren in en rond het schoolgebeuren kunnen participeren deze zomer niet aan de orde zal zijn, kunnen we toch een aantal stappen zetten in de juiste richting. Participatie kan immers veel verder gaan dan een leerlingen- of ouderraad.
Concreet voor de organisatie van de zomerscholen:
Betrek de #ouders. Zonder hen te overtuigen zullen de leerlingen wegblijven. Maak dus flyers in zowel het Nederlands als in de thuistaal van de leerlingen en/of stuur brugfiguren af op de gezinnen om ouders aan te moedigen om hun kinderen te laten deelnemen.
De zomerschool kan ook een ontmoetings- en leerplek zijn voor de ouders van de leerling. Laat ouders bijvoorbeeld één keer per week samen lunch/dessert/4-uurtje maken voor de jongeren, vraag hen om voor te lezen in hun thuistaal of om te vertellen over hun beroep zodanig dat ze ook ín de klas komen. Of organiseer op het einde van iedere week een ‘toonmoment’ voor ouders waarop leerlingen (eventueel in verschillende thuistalen) vertellen over wat ze geleerd hebben de afgelopen week.
Werk outreachend bij de communicatie over de zomerscholen: Organiseer informele infomomenten, communiceer meertalig, zet extra in op die moeilijk te bereiken leerlingen en ouders, vraag op voorhand wat leerlingen zou overtuigen om naar de zomerschool te komen.
Betrek organisaties die banden hebben met de verschillende culturele gemeenschappen bij de zomerschool, zowel voor de rekrutering van leerlingen als voor de invulling van activiteiten.
Nodig rolmodellen uit diverse sociale en culturele groepen uit om te praten over hun leven ná school. Wat vonden ze moeilijk tijdens hun schoolloopbaan? Wat heeft ervoor gezorgd dat ze wél hun school hebben afgemaakt? Hoe zijn ze erin geslaagd om hun droom waar te maken om dokter te worden of een eigen zaak te starten? Welke obstakels hebben ze daarbij moeten overwinnen? Hoe waren hun sociale en culturele posities niet alleen een obstakel, maar ook een meerwaarde hierin?
Laat leerlingen meebeslissen over de inhoud van de zomerschool. Wat willen zij leren? Welke activiteiten vinden zij zinvol?
Tot slot, de grootste tip is misschien de simpelste, maar botst nog te vaak op drempelvrees onder leerkrachten: praat erover. Momenteel zien we het debat rond structureel racisme opnieuw opflakkeren in de media. De moord op George Floyd, de Black Lives Matter-betoging in Brussel, de polemiek rond Leopold II, … Stuk voor stuk zijn het opportuniteiten om het debat ook naar de klas te brengen. Zoek daarbij de minder gehoorde stem van de betrokken gemeenschappen op. Zorg dat leerlingen met een andere socio-culturele afkomst zich kunnen laten horen en zich gehoord voelen. Want racisme bestrijd je met actief antiracisme.
[1] Celeste, L., Baysu, G., Phalet, K., Meeussen, L., & Kende, J. (2019). Can School Diversity Policies Reduce Belonging and Achievement Gaps Between Minority and Majority Youth? Multiculturalism, Colorblindness, and Assimilationism Assessed. Personality and Social Psychology Bulletin, 45(11), 1603–1618. https://doi.org/10.1177/0146167219838577. Een Nederlandstalige samenvatting voor breed publiek door Dr. Loes Meeussen vind je ierhttps://sociaal.net/achtergrond/alle-leerlingen-hebben-baat-bij-multiculturele-aanpak/
ARNE CARPENTIER
Educatief Medewerker bij School zonder Racisme
Arne Carpentier is moraalwetenschapper, ex-leerkracht niet-confessionele zedenleer, en werkt sinds maart 2020 als educatief medewerker bij School zonder Racisme. Daar werkt hij voornamelijk rond het traject Interculturele Schoolcultuur (ICS), waarbij schoolteams begeleid worden om de transitie te maken naar een schoolcultuur die diversiteit erkent en omarmt.
Comments